De donut-economie

We moeten af van het idee dat economie moet blijven groeien. In de natuur is dat ook zo. Stel je voor dat mensen, dieren, planten, levenslang blijven groeien… Iets dat  mordicus wil blijven groeien maakt uiteindelijk zijn gastheer kapot. Bij mensen bestaat ook zoiets:. Men noemt het “kanker”.

 

En dus moeten we grenzen stellen aan de economie.

Een eerste grens is wat de mens aankan.  De tweede is wat onze planeet aankan.

En zo zitten we meteen bij de donut:. Ook deze heeft twee grenzen.

 

De grens aan de binnenkant van de donut kunnen we vergelijken met wat de mens aankan. Je kan de mensen niet vragen om steeds meer uren te werken aan een steeds sneller tempo voor een steeds lager loon. 

 

De grens aan de buitenkant van de donut is wat onze planeet aankan. Je kan niet eindeloos lucht vervuilen, bossen kappen, betonboeren laten aanrukken, chemische stoffen uitstoten, de biodiversiteit aantasten, de oceanen verzuren en de ozonlaag verdunnen, …  

 

En dus: de economie moet zich afspelen binnen deze twee grenzen.  

 

De donut staat ook voor een “circulaire economie”: afgedankte produkten worden hierbij gezien als grondstoffen. Ze worden hergebruikt, gerecycleerd, gerenoveerd, .. in een doorlopende cirkel.

 

Ook als kleine consument kunnen wij aan de kar helpen duwen om de economie in de donut-richting te duwen. Laten we ons hier beperken tot één eenvoudig voorbeeld: 

Al wie ‘een spaarboek’ heeft kan zich de vraag stellen: “Waar wil ik mijn kapitaal in investeren? Wat wil ik in de toekomst zien groeien? Gaan we investeren in het uitbuiten van textielarbeiders ? In het organiseren van olierampen door steeds risicovollere boringen? Of mag het iets duurzamer?”

Het was Kate Raworth  uit Oxford die het idee van de donut-economie lanceerde. In een even beklijvende als toegankelijke en verhelderende uitzending van "Tegenlicht" (VPRO)  zorgt ze zelf voor tekst en uitleg (nederlands ondertiteld) 

https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/kijk/afleveringen/2017-2018/de-donut-economie.html